Ebenezer Erskine en de zekerheid van het geloof
Een zwak en sterk geloof
Er is onderscheid tussen een zwak en sterk geloof stelt Ebenezer Erskine (1680-1754) in zijn geschrift 'De zekerheid van het geloof'. Ebenezer Erskine stelt in dit geschrift dat een zwak geloof meer ziet op de omstandigheden dan op het belovende woord van God in Christus. Het zwakke geloof wil voelen en ervaren. Het sterke geloof echter richt zich helemaal op het woord van God. Dat woord is betrouwbaar ook al zegt het gevoel en de omstandigheden het tegendeel.
Een sterk gelovige is nederig
Sommigen menen dat het sterke geloof aanmatigend is. Zij zien graag dat het sterke geloof bestraft wordt. Echter het echte sterke geloof heeft maar een kenmerk, volgens Ebenezer Erskine, namelijk dat het juist niets verwacht van zichzelf. Het verlaat zich geheel en al op Jezus en op Zijn toezeggingen. Het zwakke geloof richt zich helaas teveel op zichzelf en op de omstandigheden. Zijn die gunstig dan durft men te geloven. Kortom het sterke geloof geeft God de eer en de zondaar de kracht om de weg te gaan in dit tranendal.
Wijzen op de beloften
Een zwak geloof komt er ook, zegt Erskine, maar het leven is zwaar genoeg daarom acht hij het veel en veel beter om te zorgen dat het geloof sterk wordt. Dit doet Erskine door te wijzen op Gods beloften en op Zijn trouw. Zo wil hij het vertrouwen wekken. Hij wil het vonkje van Gods genade in de ziel doen ontbranden door de brandstof van de beloften in de ziel in te gieten.
De beloften als wekstem
Erskine houdt geen technische verhandeling over geloof en geloven, in de lijn van Comrie, door te zeggen dat de oefeningen van het geloof zo belangrijk zijn en dat die in deze donkere tijd gemist worden. Gewichtige praat natuurlijk maar men krijgt het geloof er niet mee aan de praat met al dit praten over het geloof en tegen de gelovige. Erskine echter gebruikt het belovende woord van de levende God als wekstem en brandstof. Hij zet de gelovige aan het werk. Hij werpt de gelovige op het woord. Net als Luther deed. Het geloof wordt gewerkt en gewekt door de belovende God. Het hart gaat dan uit vanwege Zijn spreken.
De oorzaak van donkere tijden en heilsonzekerheid
In kerken waar men dit bovenstaande remonstrants vindt, lost men het op met de zojuist genoemde technische verhandeling over geloof en geloven. Men stelt dat de oefeningen van het geloof zo node gemist worden in deze oppervlakkige tijd maar men zet het geloof dat er nog is niet in vuur en vlam met de brandstof van de beloften. Daardoor staat het geloof op een laag pitje. Vervolgens ontdekt men dat er weinig zekerheid is en dat komt weer omdat het een donkere tijd is. Zo doet men aan selffulfilling prophecy. Men vergeet echter dan men de beloften en de belovende God te weinig naar voren stelt. Die alleen kan zorgen voor de brandstof die het geloof doet ontvlammen.
Een zwak en sterk geloof
Er is onderscheid tussen een zwak en sterk geloof stelt Ebenezer Erskine (1680-1754) in zijn geschrift 'De zekerheid van het geloof'. Ebenezer Erskine stelt in dit geschrift dat een zwak geloof meer ziet op de omstandigheden dan op het belovende woord van God in Christus. Het zwakke geloof wil voelen en ervaren. Het sterke geloof echter richt zich helemaal op het woord van God. Dat woord is betrouwbaar ook al zegt het gevoel en de omstandigheden het tegendeel.
Een sterk gelovige is nederig
Sommigen menen dat het sterke geloof aanmatigend is. Zij zien graag dat het sterke geloof bestraft wordt. Echter het echte sterke geloof heeft maar een kenmerk, volgens Ebenezer Erskine, namelijk dat het juist niets verwacht van zichzelf. Het verlaat zich geheel en al op Jezus en op Zijn toezeggingen. Het zwakke geloof richt zich helaas teveel op zichzelf en op de omstandigheden. Zijn die gunstig dan durft men te geloven. Kortom het sterke geloof geeft God de eer en de zondaar de kracht om de weg te gaan in dit tranendal.
Wijzen op de beloften
Een zwak geloof komt er ook, zegt Erskine, maar het leven is zwaar genoeg daarom acht hij het veel en veel beter om te zorgen dat het geloof sterk wordt. Dit doet Erskine door te wijzen op Gods beloften en op Zijn trouw. Zo wil hij het vertrouwen wekken. Hij wil het vonkje van Gods genade in de ziel doen ontbranden door de brandstof van de beloften in de ziel in te gieten.
De beloften als wekstem
Erskine houdt geen technische verhandeling over geloof en geloven, in de lijn van Comrie, door te zeggen dat de oefeningen van het geloof zo belangrijk zijn en dat die in deze donkere tijd gemist worden. Gewichtige praat natuurlijk maar men krijgt het geloof er niet mee aan de praat met al dit praten over het geloof en tegen de gelovige. Erskine echter gebruikt het belovende woord van de levende God als wekstem en brandstof. Hij zet de gelovige aan het werk. Hij werpt de gelovige op het woord. Net als Luther deed. Het geloof wordt gewerkt en gewekt door de belovende God. Het hart gaat dan uit vanwege Zijn spreken.
De oorzaak van donkere tijden en heilsonzekerheid
In kerken waar men dit bovenstaande remonstrants vindt, lost men het op met de zojuist genoemde technische verhandeling over geloof en geloven. Men stelt dat de oefeningen van het geloof zo node gemist worden in deze oppervlakkige tijd maar men zet het geloof dat er nog is niet in vuur en vlam met de brandstof van de beloften. Daardoor staat het geloof op een laag pitje. Vervolgens ontdekt men dat er weinig zekerheid is en dat komt weer omdat het een donkere tijd is. Zo doet men aan selffulfilling prophecy. Men vergeet echter dan men de beloften en de belovende God te weinig naar voren stelt. Die alleen kan zorgen voor de brandstof die het geloof doet ontvlammen.