Markt, mensen, groei en duurzaam welzijn?
Economie en samenleving van de Middeleeuwen als laboratorium
Bas van Bavel (2008)
De onderzoeksvraag
In West-Europa is het vanzelfsprekend om goederen, arbeid, kapitaal en grond uit te wisselen via de markt, waarbij het krachtenspel van vraag en aanbod de prijs bepaalt. Veel mensen, en organisaties, beoordelen dit als positief, zeker sinds de jaren 1980, die het optimisme over de effecten van de marktwerking sterk vergrootte. De opkomst van de markt geldt voor velen als grondslag voor de huidige West-Europese welvaart(..) Met deze aanname wordt de markt ook in ontwikkelingslanden met kracht gepropageerd, door organisaties als de Wereldbank en het IMF, als een panacee voor armoede en andere problemen. In het licht van het enthousiasme waarmee overal in de wereld projecten tot versterking van de marktwerking worden opgezet, is het verbazend hoe weinig inzicht we hebben in de lange termijneffecten van de opkomst van de markt. Ik doel hiermee dus niet op effecten die binnen enkele jaren of decennia optreden, maar in de loop van een eeuw, of langer. In hoeverre is de markt werkelijk in staat over een dergelijke lange periode welvaart te blijven genereren? En in hoeverre leidt zij op de langere termijn tot een balans tussen maximale rijkdom en breed verdeeld welzijn? Kan zij economische groei verenigen met maatschappelijke en ecologische duurzaamheid?
Het antwoord
In de Middeleeuwen werd het land verpacht aan de hoogste bieder. Dit gaf na verloop van tijd steeds meer ongelijkheid. De hoogste bieder kreeg de meeste grond en zij die verloren werden arbeider. Dit gaf grote ongelijkheid. We kunnen volgens Bas van Bavel hieruit leren, hij ziet de Middeleeuwen als proeflaboratorium dat markeconomie op langer termijn voor scheefgroei zorgt als er niet wordt ingegrepen. De maatschappij wordt dan instabiel. Iets wat we in onze dagen ook zien gebeuren.
Economie en samenleving van de Middeleeuwen als laboratorium
Bas van Bavel (2008)
De onderzoeksvraag
In West-Europa is het vanzelfsprekend om goederen, arbeid, kapitaal en grond uit te wisselen via de markt, waarbij het krachtenspel van vraag en aanbod de prijs bepaalt. Veel mensen, en organisaties, beoordelen dit als positief, zeker sinds de jaren 1980, die het optimisme over de effecten van de marktwerking sterk vergrootte. De opkomst van de markt geldt voor velen als grondslag voor de huidige West-Europese welvaart(..) Met deze aanname wordt de markt ook in ontwikkelingslanden met kracht gepropageerd, door organisaties als de Wereldbank en het IMF, als een panacee voor armoede en andere problemen. In het licht van het enthousiasme waarmee overal in de wereld projecten tot versterking van de marktwerking worden opgezet, is het verbazend hoe weinig inzicht we hebben in de lange termijneffecten van de opkomst van de markt. Ik doel hiermee dus niet op effecten die binnen enkele jaren of decennia optreden, maar in de loop van een eeuw, of langer. In hoeverre is de markt werkelijk in staat over een dergelijke lange periode welvaart te blijven genereren? En in hoeverre leidt zij op de langere termijn tot een balans tussen maximale rijkdom en breed verdeeld welzijn? Kan zij economische groei verenigen met maatschappelijke en ecologische duurzaamheid?
Het antwoord
In de Middeleeuwen werd het land verpacht aan de hoogste bieder. Dit gaf na verloop van tijd steeds meer ongelijkheid. De hoogste bieder kreeg de meeste grond en zij die verloren werden arbeider. Dit gaf grote ongelijkheid. We kunnen volgens Bas van Bavel hieruit leren, hij ziet de Middeleeuwen als proeflaboratorium dat markeconomie op langer termijn voor scheefgroei zorgt als er niet wordt ingegrepen. De maatschappij wordt dan instabiel. Iets wat we in onze dagen ook zien gebeuren.