Historia vitae magistra
Een beoordeling van de geschiedenis van de uitleg van Lucas 4,16-30 als bijdrage aan de hermeneutische discussie.
Dit proefschrift is een mooie bron van kennis over Lukas 4,16-30. Het is niet de bedoeling om dit proefschrift zelf te bespreken maar door het te lezen als een bij die van bloem tot bloem vliegt, haalde we uit dit proefschrift heerlijke honig. Dit proefschrift laat zien dat de geschiedenis ons wel wat kan opleveren als het gaat om Bijbelkennis en inzichten. De titel luidt Historia vitae magistra. De geschiedenis is de leermeesteres van het leven. Wij lezen een tekst niet voor het eerst maar samen met de kerk van alle tijden een eeuwen als we de commentaren en preken lezen van oude kerkvaders, reformatoren en moderne commentaren. Bij die laatste commentaren moeten we op onze hoede zijn voor Schriftkritiek bij de eerste preken en commentaren moeten we erop letten of ook zij de tekst rechtdoen.
De opbrengst na het lezen kort weergegeven
Noorda haalt heel wat commentaren aan. zoals Ambrosius maar ook Erasmus en Calvijn. Al lezend ben ik Lukas 4:16-30 daardoor beter gaan verstaan. Elk commentator geeft een stukje inzicht. Zo wordt de oogst steeds groter en ik geef in het kort door wat ik geleerd heb.
In Lukas 4:16-30 komt Jezus in de synagoge van Nazareth. Hij stond eerbiedig op om te lezen en aan Hem werd de profeet Jesaja gegeven. Daar las Jezus het volgende nadat Hij de juiste plaats bewust gevonden had die het beste betrokken kon worden op Hem: "De Geest van de Heere is op mij omdat Hij mij gezalfd heeft om aan armen het evangelie te verkondigen, om te genezen die verbroken zijn van hart om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken".
Jezus ging zitten. Daarmee gaf Hij aan dat Gods Woord hoger staat dan de uitleg die nu volgt. Dat deed me zo in de synagoge. Als Hij gaat zitten weten de mensen dat nu de mondelinge toelichting volgt en dus zijn alle ogen op Jezus gericht. Jezus zei: "Heden is de Schrift in uw oren in vervulling gegaan". Jezus zegt dus dat de Geest op Hem is. Klopt dat? Dan moeten we even terugbladeren in het evangelie van Lukas en dan lezen we in Lukas 3:21-22 dat Jezus gedoopt wordt in de Jordaan en dat de Geest van God op Hem neerdaalde en dat God zei: "U bent Mij geliefde Zoon in U hebt Ik Mijn welbehagen". Jezus is dus de Zoon van God die mens geworden is en op Hem (als mens) heeft God Zijn Geest uitgestort. Dus kan Jezus zeggen: "De Geest van de Heere is op Mij".
Dan kan Jezus zeggen maar dat wordt in Lukas 4 getest. Allereerst door de satan in de woestijn om het moment dat Jezus honger kreeg zei satan: "Als u Gods Zoon bent, zeg tegen deze steen dat hij brood wordt" (4:3). Maar ook in de synagoge gaat het mis. Jezus wordt niet op waarde geschat door Zijn broeders. Ze zeggen: "Is dit niet de Zoon van Jozef?" We lezen in Lukas 3:23-38 dat Jezus de zoon is van Jozef van Heli en uiteindelijk van Adam en die is van God. Op zicht klopt het wat de mensen zeggen. Maar het is een miskenning. Adam is de zoon van God in de zin: Hij behoorde God toen maar Jezus is de echte Zoon. Trots zijn even daarvoor de Vader bij Zijn doop: "U bent Mijn geliefde Zoon". Jezus is dus de geliefde Zoon. Adam is door zijn val de verloren zoon.
In de woestijn wordt Jezus, die notabene honger heeft verzocht net als Adam in het mooie paradijs waar hij alles heeft wat zijn hart begeert. Maar ook in de synagoge wordt Jezus niet erkend door zijn dorpsgenoten. Jezus zegt vervolgens dat een profeet in zijn vaderstad niet geëerd is. Zo ging Elia volgens Jezus naar een weduwe buiten Israël hoewel er vele weduwen waren in Israël en Elisa genas Naäman de Syriër van zijn melaatsheid hoewel er in Israël vele melaatsen waren. Jezus laat zien dat het ongeloof van Israël er de oorzaak van is dat straks het evangelie naar de volken gaat...
Jezus zet hen dus aan het nadenken maar in plaats van verootmoediging worden zij boos en brengen zij Hem naar de top van een berg waarop een stad gebouwd was om Hem van de steilte werpen. Op dit punt gaan zij verder dan satan die Jezus verzocht om van het hoogste gedeelte van de tempel te springen (4:9). Jezus liep echter midden tussen hen door en ging weg. Hij liet het niet toe om Hem te doden omdat Hij de macht heeft om het leven op te nemen en af te leggen. De dood aan het kruis is dus een eigen gekozen weg van Jezus. Hij ging daar vrijwillig naar toe.
Opmerkingen:
De inwoners van Nazareth zagen niet in dat zij blind waren voor hun dodelijke kwaal en dat zij gebonden waren aan de listen van de satan. Zij deden ook wat de satan deed: zij erkenden Jezus niet en zij wilden Hem zelfs op de sabbat, dag van rust doden omdat zij onrustig werden. Ze hadden graag en wonder gezien maar dat deed Jezus niet. Het grootste wonder is juist dat Hij blinden de ogen opent zodat zij gaan zien dat zij buiten Zijn verzoenend lijden reddeloos verloren gaan.
Een beoordeling van de geschiedenis van de uitleg van Lucas 4,16-30 als bijdrage aan de hermeneutische discussie.
Dit proefschrift is een mooie bron van kennis over Lukas 4,16-30. Het is niet de bedoeling om dit proefschrift zelf te bespreken maar door het te lezen als een bij die van bloem tot bloem vliegt, haalde we uit dit proefschrift heerlijke honig. Dit proefschrift laat zien dat de geschiedenis ons wel wat kan opleveren als het gaat om Bijbelkennis en inzichten. De titel luidt Historia vitae magistra. De geschiedenis is de leermeesteres van het leven. Wij lezen een tekst niet voor het eerst maar samen met de kerk van alle tijden een eeuwen als we de commentaren en preken lezen van oude kerkvaders, reformatoren en moderne commentaren. Bij die laatste commentaren moeten we op onze hoede zijn voor Schriftkritiek bij de eerste preken en commentaren moeten we erop letten of ook zij de tekst rechtdoen.
De opbrengst na het lezen kort weergegeven
Noorda haalt heel wat commentaren aan. zoals Ambrosius maar ook Erasmus en Calvijn. Al lezend ben ik Lukas 4:16-30 daardoor beter gaan verstaan. Elk commentator geeft een stukje inzicht. Zo wordt de oogst steeds groter en ik geef in het kort door wat ik geleerd heb.
In Lukas 4:16-30 komt Jezus in de synagoge van Nazareth. Hij stond eerbiedig op om te lezen en aan Hem werd de profeet Jesaja gegeven. Daar las Jezus het volgende nadat Hij de juiste plaats bewust gevonden had die het beste betrokken kon worden op Hem: "De Geest van de Heere is op mij omdat Hij mij gezalfd heeft om aan armen het evangelie te verkondigen, om te genezen die verbroken zijn van hart om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken".
Jezus ging zitten. Daarmee gaf Hij aan dat Gods Woord hoger staat dan de uitleg die nu volgt. Dat deed me zo in de synagoge. Als Hij gaat zitten weten de mensen dat nu de mondelinge toelichting volgt en dus zijn alle ogen op Jezus gericht. Jezus zei: "Heden is de Schrift in uw oren in vervulling gegaan". Jezus zegt dus dat de Geest op Hem is. Klopt dat? Dan moeten we even terugbladeren in het evangelie van Lukas en dan lezen we in Lukas 3:21-22 dat Jezus gedoopt wordt in de Jordaan en dat de Geest van God op Hem neerdaalde en dat God zei: "U bent Mij geliefde Zoon in U hebt Ik Mijn welbehagen". Jezus is dus de Zoon van God die mens geworden is en op Hem (als mens) heeft God Zijn Geest uitgestort. Dus kan Jezus zeggen: "De Geest van de Heere is op Mij".
Dan kan Jezus zeggen maar dat wordt in Lukas 4 getest. Allereerst door de satan in de woestijn om het moment dat Jezus honger kreeg zei satan: "Als u Gods Zoon bent, zeg tegen deze steen dat hij brood wordt" (4:3). Maar ook in de synagoge gaat het mis. Jezus wordt niet op waarde geschat door Zijn broeders. Ze zeggen: "Is dit niet de Zoon van Jozef?" We lezen in Lukas 3:23-38 dat Jezus de zoon is van Jozef van Heli en uiteindelijk van Adam en die is van God. Op zicht klopt het wat de mensen zeggen. Maar het is een miskenning. Adam is de zoon van God in de zin: Hij behoorde God toen maar Jezus is de echte Zoon. Trots zijn even daarvoor de Vader bij Zijn doop: "U bent Mijn geliefde Zoon". Jezus is dus de geliefde Zoon. Adam is door zijn val de verloren zoon.
In de woestijn wordt Jezus, die notabene honger heeft verzocht net als Adam in het mooie paradijs waar hij alles heeft wat zijn hart begeert. Maar ook in de synagoge wordt Jezus niet erkend door zijn dorpsgenoten. Jezus zegt vervolgens dat een profeet in zijn vaderstad niet geëerd is. Zo ging Elia volgens Jezus naar een weduwe buiten Israël hoewel er vele weduwen waren in Israël en Elisa genas Naäman de Syriër van zijn melaatsheid hoewel er in Israël vele melaatsen waren. Jezus laat zien dat het ongeloof van Israël er de oorzaak van is dat straks het evangelie naar de volken gaat...
Jezus zet hen dus aan het nadenken maar in plaats van verootmoediging worden zij boos en brengen zij Hem naar de top van een berg waarop een stad gebouwd was om Hem van de steilte werpen. Op dit punt gaan zij verder dan satan die Jezus verzocht om van het hoogste gedeelte van de tempel te springen (4:9). Jezus liep echter midden tussen hen door en ging weg. Hij liet het niet toe om Hem te doden omdat Hij de macht heeft om het leven op te nemen en af te leggen. De dood aan het kruis is dus een eigen gekozen weg van Jezus. Hij ging daar vrijwillig naar toe.
Opmerkingen:
De inwoners van Nazareth zagen niet in dat zij blind waren voor hun dodelijke kwaal en dat zij gebonden waren aan de listen van de satan. Zij deden ook wat de satan deed: zij erkenden Jezus niet en zij wilden Hem zelfs op de sabbat, dag van rust doden omdat zij onrustig werden. Ze hadden graag en wonder gezien maar dat deed Jezus niet. Het grootste wonder is juist dat Hij blinden de ogen opent zodat zij gaan zien dat zij buiten Zijn verzoenend lijden reddeloos verloren gaan.